woensdag 6 maart 2013

Het verhaal van Loewie en het mysterieuze boek gaat verder... lees nu aflevering 3

3. De wraak van de farao door Kristien Dieltiens

Klets!' Nog net kon hij de slag van de zweep ontwijken die bedoeld was voor een koppige muilezel. ‘Vooruit, steendrager. Jij moest al lang binnen zijn!' Verbaasd keek Loewie om zich heen. Hij stond op een uitgestrekte zandvlakte.

Vlakbij zag hij hoge piramides en overal liepen er mannen af en aan te sjouwen met kolossale stenen op houten karren. De hitte was niet te dragen. De pels om zijn middel was vervangen door een korte witte doek. Hij leek wel een meisje met een tennisrokje aan. Gelukkig droegen alle mannen hier zo'n kort rokje, anders had hij voor aap gestaan.

Samen met zes jongens van zijn leeftijd werd hij door de aanvoerder via een kleine opening een piramide binnengeduwd. De oudste jongen droeg een fakkel en wist blijkbaar de weg. Loewie was er niet gerust in. Via eindeloze en kronkelige gangetjes die allemaal op elkaar geleken, arriveerden ze in een verlichte ruimte. Overal brandden er fakkels en waar je ook keek, zag je gouden beelden, kelken, kruiken, en andere kostbaarheden.

De schatkamer van de farao! In het midden stond een blok marmer met daarop een prachtige gouden sarcofaag waarop de farao in blauwe, rode en zwarte tinten stond afgebeeld. ‘Hierin ligt de farao begraven,'wist hij. Hij had er ooit een film over gezien.

‘Bang!' De metersdikke deur viel met een zware dreun achter hem dicht. Hij vond het akelig. Naast hem stonden drie jongens; ze leken helemaal niet bang te zijn. Wat nu? Loewie keek naar de beschilderde muren en zag verschillende tekens die op een geheimschrift leken. Wat zou het betekenen? Van honger zou hij in ieder geval niet omkomen. Op gouden schalen op een tafel lagen broden, druiven, gebraden vlees, gedroogde vissen, vijgen, honingkoeken en ander lekkers. ‘Ik weet niet wat jullie willen, maar ik wil eruit,' sprak hij tegen de jongens.

Het mag niet!' zei de grootste. ‘We moeten bij onze farao blijven. Wij zijn uitverkoren om samen met hem naar het Dodenrijk te reizen. Daar zullen we eeuwig leven. En het geheim van deze schatkamer nemen we met ons mee.'

De jongen droeg een geplooide doek op zijn hoofd. Net een keukenhanddoek, dacht Loewie. ‘Ga mee voor het te laat is, fluisterde Loewie hem toe. ‘Niemand kan uit het doolhof ontsnappen,' antwoordde de jongen. De wraak van de farao zal vreselijk zijn. Je zult de uitgang niet meer vinden, want die is onmiddellijk na ons vertrek dichtgemetseld.'

Ik moet hier nu weg, dacht Loewie, en ik moet de jongens overtuigen om mee te gaan. Hij keek rond. Boven de deur waren opvallende tekeningen. Zouden dat hiƫrogliefen zijn, waarover Janne had verteld? Ze leken op een rebus uit een tijdschrift. Hij herkende in de figuren een hond, een kat, een zon, een maan en de wijsvingers van twee handen. De dieren keken naar rechts. Misschien kon hij de deur openkrijgen als hij de rebus oploste?

Hiervoor had hij de hulp van Janne nodig. Hij wist dat zijn zus een boek had over symbolen en geheimschrift, en ze wist redelijk veel over Egypte. Hij draaide aan de amulet en de jongens deinsden verschrikt naar achter toen de steen oplichtte.

‘Janne, je moet helpen om dit raadsel op te lossen. Haast je, anders word ik hier levend begraven!' Hij beschreef de tekens. De fakkels werden al iets kleiner, zag hij. De zuurstof in de kamer geraakte op! Hij moest snel zijn! Sneller dan de dood!

‘Loewie, hoor je me?' Hij hoorde haar bladeren in het boek. Ze sprak haastig, alsof ze geen tijd wilde verliezen: ‘De dieren kijken naar rechts, dus moet je de tekens van rechts naar links lezen en oplossen. Het betekent: het oog van de hond waakt overdag, het oog van de kat waakt 's nachts. Samen waken ze over de eeuwigheid. De vinger wijst naar de ogen. Druk het oog van de poes en de hond tegelijkertijd in en de deur zal opengaan. Neem een fakkel mee. Als het vuur opflakkert, ben je op de goede weg. Dan is er in de buurt verse lucht aanwezig. Vergeet niet de muren te markeren waar je bent langsgegaan, anders loop je hopeloos verloren.'

Loewie vond op de grond een rode scherf van een kruik. Daarmee kon hij lijnen achterlaten op de muren van het doolhof. De rebus stond te hoog en hij moest op een omgekeerde kruik gaan staan om met beide armen de ogen van de dieren te kunnen induwen. Bijna viel hij. De deur ging kreunend open en even later stond hij met de fakkel en de scherf in de donkere gang. Hij wenkte de andere jongens, en aarzelend gingen ze mee, ondanks hun angst voor de wraak van de farao. Haastig liep hij naar buiten, gang in, gang uit, gevolgd door de jongens. Overal waar hij kwam liet hij een roodbruine streep achter op de wanden. De vlam van de fakkel werd kleiner, het ademen ging moeilijker en het leek wel alsof ze steeds in cirkels liepen. Soms kwam hij de lijnen tegen die hij zelf had aangebracht. Dit ging niet lukken, deze keer zou het slecht aflopen met hem. Het was hopeloos. Een van de jongens snikte: ‘De wraak van de farao! We zijn verloren!'

‘Janne, ik haal het niet,' fluisterde hij in het donker. ‘Blijven lopen Loewie! Jullie mogen niet opgeven!' klonk het van ver. De fakkel spetterde. Nu zou het licht uitgaan, dacht Loewie. Hij kuchte en viel op de grond. Er kwam zand in zijn mond. Het ademen deed pijn, alsof zijn keel in brand stond. Hij sleepte zijn lichaam over de zandgrond. Weer pruttelde de vlam tegen. Te laat, dacht Loewie, ik zal hier sterven en binnen vierduizend jaar zullen de archeologen mijn beenderen terugvinden.

Opeens vonkte de fakkel terug op; de vlam werd iets groter. Zuurstof! De uitgang kon niet ver meer zijn. Toen zag hij een kleine lichtvlek tegen de grond. Nauwelijks groter dan een muizenhol. Met zijn beide handen begon hij het zand onder de steen verder weg te graven. Hij stak zijn neus in het gat, voelde de frisse lucht en ademde diep in. Dat deed goed! Na lang graven konden hij en de jongens zich erdoor wurmen. Ze waren vrij! Net op tijd aan de dood ontsnapt! Dankzij Janne en haar boeken! Samen hadden ze zes jongens van de dood gered, wist hij. De amulet lichtte op...

Opdracht:

FARAO'S WERDEN BEGRAVEN MET ALLERLEI VOORWERPEN. WAT ZOU JIJ WILLEN MEENEMEN IN JE GRAF?

Het antwoord op deze vraag kun je sturen naar bibliotheek@zwevegem.be. Je kunt het ook posten op onze facebookpagina of reageren op dit blogbericht en ons zo je antwoord bezorgen.

Morgen aflevering 4.
Je kunt het verhaal van Loewie en de opdrachten ook volgen op de website van de bib.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten